Al deze letters worden uiteindelijk terug hergebruikt voor iets anders, zie later.
Sommige klinkers zijn altijd lang en krijgen daarom gemakkelijkheidshalve geen macron: q (ui), ɛ (ij/ei), ø (eu).
Dit systeem vervangt de regels voor het al-dan-niet dubbel schrijven van klinkers en het bijhorende soms dubbele schrijven van de eropvolgende medeklinker. Dit heeft als effect dat woorden meer op hun stamvorm gaan trekken. In de standaardspelling heb je bv. „boom” maar „bomen”; In de voorgestelde schrijfwijze wordt dat „bōm” en „bōmın”.
Hierdoor is het ook mogelijk om een onderscheid te maken tussen een lange en een korte „oe”. Bv. in het woord „boek” wordt de oe als een korte klinker uitgesproken, terwijl ze in het woord „zoek” als een lange klinker wordt uitgesproken. In de nieuwe schrijfwijze wordt dat „buk” en „zūk”, respectievelijk.
Aangezien het sjwa-geluid heel veel gebruikt wordt in het Nederlands, is dit de voornaamste reden voor het significant korter zijn van tekst geschreven volgens de nieuwe schrijfwijze.
Dit zorgt voor consistentie met de ı/I, i/İ, ȷ/J, waarbij de hoofdletter nu steeds hetzelfde al-dan-niet-puntje als de kleine letter krijgt, en geeft de resulterende schrijfwijze een elegante, eenvoudigere look in combinatie met de ı (sjwa). Zo wordt „je” nu geschreven als (het hopelijk elegantere) „ȷı”.
In de standaardspelling wordt dit gedaan voor de letters p/b (web/webben), t/d (rood/rode) en ch/g (oog/ogen), maar niet voor f/v (graf/graven) en s/z (buis/buizen). Het lijkt maar logisch om dit voor alle letters consistent te doen, en volgens het analogie-principe is het logisch om ervoor te kiezen om steeds de stemhebbende versie te schrijven als die in andere vormen plots hoorbaar wordt.
In woorden zoals politie, democratie, etc wordt de „t” in Nederland typisch uitgesproken als /ts/ en in Vlaanderen als /s/. De „c” wordt daarom in de nieuwe schrijfwijze ofwel als /ts/ ofwel als /s/ uitgesproken, afhankelijk van het dialect. Dit veronderstelt dat de schrijver weet hoe dit deel van het woord in beide dialecten uitgesproken wordt, dus is het misschien beter om het gebruik van deze c optioneel te maken (en ze gewoon als ts of s te schrijven indien de schrijver dat eenvoudiger vindt)?